○ 250 gram tarwebloem
○ ½ zakje bakpoeder
○ 2 theelepels zout
○ 4 eetlepels olijfolie
○ 12 eetlepels water
Doe de bloem, het bakpoeder en het zout in de kom en meng alles goed door elkaar!
Maak in het midden van het mengsel een kuiltje en giet hier de olie en het water in.
Met een vork roer je het bloemmengsel over de olie en het water, van buiten naar binnen en zo blijf je doorroeren totdat het poeder helemaal is opgenomen. Kneed het dan met je handen tot een soepel deeg. Als het deeg te droog blijft, dan kan een eetlepel water wonderen doen. Voeg telkens een lepel water toe en kneed deze door het deeg. Niet te veel water ineens, want dan wordt het deeg mogelijk te zacht. Maak van het deeg een deegbal. Maak daarna kleine balletjes. Neem een klein balletje en kneed het nogmaals heel goed door. Rol het nu tussen twee vlakke handen tot een langwerpig stengel. Leg deze op een bakplaat. Bak de stengels ongeveer een kwartier in een voorverwarmde oven op 200 graden. Klaar ♡